Om een hond op te voeden tot een prettige kameraad is het nodig dat je zelf een klein beetje hond wordt! Dit wil niet zeggen dat je nu onmiddellijk blaffend op handen en voeten moet gaan rondlopen hoor. Wij willen je duidelijk maken wat de aangeboren gedragspatronen, ontwikkelingsfasen en instincten van een hond zijn. Dan begrijp je Junior beter en kun je adequaat reageren op een hondse manier.

Een hond is geen mens

Een hond moét volgens instincten handelen, hij kan niet anders. Wij kunnen niet van hem vragen een klein beetje mens te worden. Wij kunnen echter wel leren te ‘denken’ als een hond en daarmee een beetje hond worden. Als een hond behandeld wordt, zoals hij verwacht behandeld te worden, dan zal je merken dat opvoeden ineens een heel stuk gemakkelijker wordt. Daarom is in onze lessen achtergrond informatie opgenomen zodat je weet wat je wanneer en met welke reden moet doen als het eens tegen zit.

Voorouders

Om goed te kunnen begrijpen wat er in een hond omgaat moeten we even terug naar de wilde voorouders van onze huishond, de wolf. Wolven leven in groepen, roedels genaamd. Aan het hoofd van een roedel staat de bigg boss, de roedelleider ook wel de alfa genoemd. Deze alfa kan zowel een reu als een teef zijn. Het is in ieder geval de hond met het meeste overwicht op de andere leden van zijn roedel. De wolvenbaas is erg consequent. Regels zijn regels en daar wordt strikt de hand in gehouden. Dat is niet voor niets. De functie van het leven in een roedel is dat je samen sterker bent. Samen kan je beter jagen, de familieband sterk houden en voor de jongen zorgen.

Omdat er één hond de leiding heeft, en bepaalt wat er gaat gebeuren, is er eenheid binnen de groep, er heerst rust en iedereen kent zijn plaatsje. Als iedereen nu maar een beetje zou doen wat hem of haar uitkwam dan werd het een grote bende binnen een roedel. Daarom zijn er strakke regels en een strikte hiërarchie. De overlevingskansen zijn zo veel groter dan alleen en alle honden voelen zich geborgen en veilig onder de leiding van de leider.

Nu even terug naar onze hond. Het is misschien moeilijk voor te stellen maar je kleine pupje ‘denkt’ en voelt tot op zekere hoogte nog steeds als zijn wilde voorouders. Wij hebben voor Junior gekozen en Junior niet voor ons. Daarom geef je een puppy de begeleiding waar hij recht op heeft. Een ‘hondse’ begeleiding zoals zijn familie hem ook gegeven zou hebben. De baas in huis dát ben jij. Een goede roedelleider geeft geborgenheid, liefde, zekerheid, duidelijkheid en consequentie. Hierdoor kan je pup zich veilig en zeker voelen en uitgroeien tot een fijne kameraad.

Als we onze hond gaan opvoeden dan moeten we er goed aan denken dat:

  • de pup zal nooit een mensje zal worden.
  • de baas superconsequent moet zijn. Dat valt lang niet altijd mee hoor.
  • een hond hondentaal ‘praat’ en geen woorden begrijpt die hem niet zijn aangeleerd.
  • onze viervoeter alleen korte duidelijke hem aangeleerde commando’s begrijpt en geen verzoeken of toespraken.
  • Junior let op de intonatie van je stem maar vooral op je lichaamstaal.
  • Junior een volwaardig lid is van het gezin, zijn roedel.
  • hij daarom een bepaalde rang inneemt.
  • een hond consequent toegepaste gedragsregels verwacht.
  • Junior een gewoontedier is.
  • Junior alleen maar optimaal kan functioneren als de geleider altijd de leider van de hond is.
  • bij de gehele opvoeding de intensieve band tussen geleider en hond een hoofdrol speelt.
  • Junior spelend leren nodig heeft, liefde, consequentie en discipline.

Hulpmiddelen bij het opvoeden van de pup

  • De stem die hoog is om te belonen en laag als u niet tevreden bent over uw harige vriend.
  • De handen om de hond te belonen, met hem te spelen en om te helpen bij het aanleren van de commando’s.
  • Een halsband en riem.
  • Een hulpmiddel om exact op het goede moment het gewenste gedrag te kunnen belonen.
  • Iets lekkers.
  • Zijn favoriete speelgoedje.
  • Knuffels en braaf.
  • Veel liefde, begrip en geduld van de geleider.
  • Een dosis humor en doorzettingsvermogen.

Het opvoeden

In de natuur neemt de Alpha zo rond de vierde week de opvoeding van de moederhond over. Als uw pup bij een goede fokker vandaan komt dan heeft deze (tijdelijk) die rol op zich genomen. Een goede fokker prent zijn pups goed in en zal ze zoveel mogelijk socialiseren. Een goede fokker brengt al zijn puppy’s veel in contact met mensen, kinderen, geluiden, dingen, neemt hem mee de straat op enz.

Voor een kersverse hondenbezitter begint het opvoeden van een puppy zodra je hem mee naar huis neemt. De vroege jeugd van de hond is een periode waarin Junior erg gemakkelijk nieuwe dingen leert en ze snel opneemt. Denk maar aan kinderen, die leren ook gemakkelijker dan volwassenen. Een natuurlijke leerperiode als deze komt nooit meer terug. Maak er gebruik van.

Alles wat in de eerste maanden wordt geleerd gaat spelenderwijs en heeft voor altijd invloed op de gehele verdere ontwikkeling van de hond! Het is de basis waar je nog jarenlang plezier van hebt. Als de basis niet goed is wordt opvoeden later een stuk moeilijker, zo niet onmogelijk. Meer over de ontwikkelingsfasen van een jonge hond vind je hier.

Wat eens mag dat mag altijd, wat niet mag dat mag nooit!

  • Als je puppy nu lekker op de bank mag liggen, dan mag hij dat ook als je een nieuwe witte stoffen bank koopt.
  • Als je harige viervoeter nu fijn tegen iedereen op mag springen, dan mag hij dat ook als hij later net gezwommen heeft in een moddersloot.
  • Of, als een puppy, terwijl je zit te eten, af en toe wat lekkers krijgt dan mag je niet mopperen als hij naast de tafel komt zitten, begint te schooien en het water hem uit de mond loopt!
  • Mag Junior nu zomaar naar alle honden en mensen in het bos die hij tegenkomt toelopen, dan mag je niet verwachten dat hij dat later alleen op commando doet.

Enfin vult zelf maar verder aan……

Het is beter nu al rekening houden met wat een pup zijn leven wel mag en wat niet. Aanleren is veel gemakkelijker dan afleren.

Afspraken maken

Misschien is het handig om met alle leden van het gezin om de tafel te gaan zitten en een lijstje te maken met wat Junior voortaan wel mag en wat niet zodat ook iedereen hetzelfde van het hondje eist. Dat is duidelijk voor Junior en geeft dus rust.

Hou daarbij rekening met het volwassen formaat, met de vacht die Junior straks zal krijgen en met de eigenschappen van dit ras of deze kruising. Herders en terriërs zullen vaak de neiging hebben om waaks te worden, dat is op zich wel prettig maar al te veel blaffen geeft vaak overlast en tenslotte heeft u de hond voor uw plezier. Een Newfoundlander pup op schoot is wel leuk maar volwassen weegt hij toch vlot 60 kilo en ga zo maar door.

Handel allemaal naar dit lijstje. Hoe consequenter alle leden van het gezin zijn, des te gemakkelijker zal de hond het allemaal leren.