Lees voor een beter begrip eerst ons artikel over ontwikkelingsfasen.
Als het goed is heeft je fokker tijdens de inprentingsperiode en het begin van de primaire socialisatiefase de eerste basis voor het verdere sociale leven van je puppy gelegd.
Rond de zevende á achtste week gaat een puppy met zijn nieuwe huisgenoten mee naar zijn nieuwe huis. Het hondje heeft, behalve heel veel consequente liefde, socialisatie nodig. Op deze leeftijd zit je puppy nog volop in de primaire socialisatiefase. De pup staat onbevangen open voor alle indrukken, leert razendsnel en ontdekt de wereld.
Exact op de leeftijd waarop het hondje mee gaat met zijn nieuwe baasjes is het vluchtinstinct volledig ontwikkeld. Daardoor zal je puppy heus wel eens ergens van schrikken. Dat geeft niets, een beetje schrikken is niet erg en heeft zelfs een belangrijke functie. Maar na schrik behoort een snel herstel te volgen!
De nieuwe eigenaren van het hondje moeten vooral doorgaan met socialiseren. Laat het hondje geleidelijk wennen aan bijvoorbeeld verkeer, mensen, kinderen, en andere honden. De pup zal soms vast ergens van schrikken maar probeer hem dan niet te troosten. Dat beschouwt een hond namelijk al snel als beloning voor het schrikken.
Junior ervaart het als volgt: ik schrik, mijn geleider zegt liefkozend ‘rustig maar’ en aait me over mijn bol. Misschien neemt de geleider Junior ook nog wel op de arm. Wat ben je als hond dán braaf aan het schrikken…. De volgende keer zal je hond nog harder schrikken omdat Junior ‘denkt’ dat jij dat braaf vindt. Het is beter om rustig en zelfverzekerd tegen de hond praten. ‘Kom op joh, niets aan de hand’. Straal met je lichaamstaal vooral hetzelfde uit.
Overvoer je pup tijdens de socialisatie ook niet met allemaal enge dingen; bouw het langzaam op.
In de secundaire socialisatiefase worden de sociale vaardigheden in hoog tempo verder ontwikkeld. Het gaat hierbij om de contacten met andere honden, kippen, katten, schapen, koeien, paarden maar natuurlijk ook met mensen. Het hondje leert in deze periode razendsnel goede (en minder goede!) dingen.
Essentieel is dat de pup nu verder kennis maakt met verschillende soorten honden en hun gedrag. Junior moet immers zijn sociale vaardigheden met zijn soortgenoten verder ontwikkelen. Alleen hiervoor is het volgen van een puppycursus al een goed idee.
Het kan gebeuren dat een andere hond de pup een snauw geeft, hem omver loopt of per ongeluk pijn doet. Er hoeft dan heus niet gelijk sprake te zijn van een traumatische ervaring. Belangrijk is dat de eigenaar van dit ‘drama’ niet schrikt en de pup optilt of troostend uit de situatie haalt. Dat wordt ervaren als beloning voor het schrikgedrag.
Helaas wordt er door sommige dierenartsen nog steeds het advies gegeven om de pup, totdat hij volledig is ingeënt, niet mee de straat op te nemen in verband met infectiegevaar. Dat dát een bijzonder slecht advies is zal je inmiddels wel duidelijk zijn. Wellicht wordt de hond inderdaad niet lichamelijk ziek maar geestelijk is de schade voor de rest van zijn leven groot. Er zijn reeds (honderd)duizenden honden afgemaakt wegens gedragsproblematiek op latere leeftijd met als oorzaak een slechte inprenting en/of socialisatie. Bovendien is de kans op allerlei enge ziekten helemaal niet zo groot. De moederhond heeft antistoffen aan het hondje meegegeven en de eerste inentingen zijn al aan de pup gegeven.